Psychoanalyse? Actualiteit en hystorie van een onmogelijk beroep – Deel 1
Psychoanalyse: het is en blijft een vreemde bedoening die bovendien weinigen onberoerd laat. Sommigen verguizen haar als een dubieuze zaak van charlatans of beschouwen haar als een relict uit verre, onwetenschappelijke tijden. Voor anderen betekent ze nog steeds een ervaring die hun leven transformeert. In de ontmoeting met een analyticus vinden zij een spreekruimte die hen op een paradoxale manier aan het werk zet en een ander leven mogelijk maakt. Paradoxaal omdat ze voorbij alle therapeutische effecten ook iets raakt van het onoplosbare in het leven. Freud omschrijft de psychoanalyse niet toevallig als een onmogelijk beroep. Hij typeert haar ook als een volstrekt originele discipline die niet te reduceren is tot eender welke andere menselijke praktijk – en al zeker niet tot een ander beroep. Toch werden daartoe heel wat pogingen ondernomen, waartegen Freud zich categoriek verzette. Het staat bekend als de discussie omtrent de lekenanalyse, die nog steeds woedt. De vragen insisteren immers: wat is psychoanalyse eigenlijk? Welke vorming is er noodzakelijk om de analytische positie in te nemen? Dit eerste deel vertrekt vanuit de dagelijkse praktijk van de psychoanalyse, met de vraag naar haar verhouding tot het veld van de geestelijke gezondheidszorg. De recente wettelijke regeling van de gezondheidsberoepen vormt de concrete aanleiding. Wat zijn de implicaties voor de vele mensen die de ethiek van de psychoanalyse gestalte geven in hun klinisch werk? Het zijn vragen voor charlatans die niet wijken voor het verlangen, noch voor het singuliere van het subject.
De overdracht in de kinderanalyse volgens Melanie Klein en Françoise Dolto
In dit werk gaat Peter Walleghem op zoek naar specifieke kenmerken die het concept van de overdracht in de kinderanalyse typeren en verschillen van die van de volwassenenanalyse. Hij vertrekt hierbij vanuit het werk van twee eminente auteurs en clinici op het gebied van de kinderanalyse: Melanie Klein (1882-1960) en Françoise Dolto (1908-1988). De keuze voor deze analytici is vooreerst geïnspireerd door hun grote vakkennis betreffende dit thema. Daarnaast komt door de keuze voor Klein en Dolto het verschil in de hantering van de overdracht tussen respectievelijk een freudiaanse en een lacaniaanse geïnspireerde psychoanalytische visie duidelijk naar voor. De centrale vraag in het boek draait rond het verlangen van de analyticus. Na in een eerste tijd de overdrachtstheorie en de kliniek van de beide kinderanalytici te bestuderen, poogt de auteur in een tweede tijd het verlangen van de analyticus hieruit te distilleren, en bevraagt hij ook het particuliere verlangen van Klein en Dolto om psychoanalytica te worden. Door het heuristisch perspectief van het boek kan de lezer zelf zijn weg zoeken doorheen de stellingen en citaten. Het resultaat is dan ook geenszins een voorgekauwd receptenboek met aanbevolen technieken. Het is namelijk de stellige overtuiging van de auteur dat eender welke therapeutische techniek slechts effectief opereert wanneer deze zich ent op het verlangen van de analyticus.
De psychoanalyse, een therapie?
Christian Demoulin toonde als analyticus altijd al een bijzonder engagement ten aanzien van de maatschappelijke en klinische vragen van zijn tijd. Zijn boek “La psychanalyse, thérapeutique?” is daar een bijzonder mooie getuigenis van. In deze tekst tracht hij op een heldere manier aan te geven wat de inzet is van de psychoanalyse, waar haar mogelijkheden liggen in het beluisteren van een subject. Hij laat echter ook niet na aan te stippen wat er vragen oproept. Het is immers cruciaal dat de analyticus open kan blijven staan voor het onverwachte, voor wat niet lijkt te passen in onze a priori’s, … Kortom voor het subject in zijn uiterst particuliere dimensie. Het is dan ook niet toevallig dat de allerlaatste zin van zijn boek luidt: “Is het meest essentiële niet dat de analyticus verstoord kan worden in zijn theoretische geloofs-overtuigingen?” … Dit werk is ondertussen 14 jaar oud maar gezien alle evoluties in de psy-wetgeving meer dan ooit razend actueel. Redenen genoeg voor ons om dit werk te vertalen naar het Nederlands.
Freuds Droom. : Objectivering en subjectivering doorheen Freuds publieke en private geschriften van 1890 tot en met 1900
Objectivering en subjectivering doorheen Freuds publieke en private geschriften van 1890 tot en met 1900.
Bijdrage tot de opvatting van de afasieën
Vertaling van S. Freud, Bijdrage tot de opvatting van de afasieën, een kritische studie.