23 september 2015

De klinische praktijken van de psychoanalyse tussen de wet van het verlangen en het verlangen van de wet?

Vorig jaar werd er, voor het eerst in België, een wet goedgekeurd om het zogenaamde ‘psyveld’ te reguleren. De psychoanalyse werd daarin vermeld, weze het vanuit de vaststelling dat ze – op een bepaalde manier – niet onderhevig was aan deze wet. Het geheel kadert in een ruimere maatschappelijke beweging binnen de zogeheten geestelijke gezondheidszorg waar ‘meetbaarheid’, ‘transparantie’ en ‘kwaliteitsbewaking’ al enige tijd de ordewoorden zijn.

Het uitgetekende juridische kader was een (voorlopig?) kristallisatiepunt van een jarenlange discussie, die echter nog steeds niet afgelopen is. Het subject met zijn symptomen laat zich immers niet zomaar vangen in de vermelde ordewoorden. En dit geldt evenmin voor de klinische praktijken die voor dit subject een ruimte willen creëren. Sommigen trachten deze moeilijkheid te beantwoorden met een sussende ideologie van pragmatisme. Anderen lijken zich dan weer te beperken tot een hoogdravende commentaar die in het ijle lijkt te zweven, zoals Socrates in zijn mandje in Aristophanes’ satirische blijspel De Wolken.

Het lijkt ons echter een zaak om beide valkuilen te vermijden. De vraag die zich stelt, is dan ook: welk antwoord is er mogelijk dat de opgeworpen vraagstukken adequaat beantwoordt én tegelijk bevraagt? Freuds positie in Het vraagstuk van de lekenanalyse (1926) kan hierbij richtinggevend zijn: geen antwoord zonder een fundamentele bevraging van de psychoanalyse zelf!

Datum & Locatie

23 september 2015
9u tot 17u
Kantl,
Koninklijke Academie voor Nederlandse
Taal- en Letterkunde
Koningstraat 18
9000 Gent

Organisatoren

Idesça vzw
GPP

Prijs

50€, 40€, 10€ of gratis
lunch: 17 €