Om te kunnen luisteren naar het onbewuste moet een psychoanalyticus wel over een speciaal stel oren beschikken. Of niet?
In de adviezen die Freud erover formuleerde blijkt de eenvoudige techniek van de gelijkzwevende aandacht te volstaan. Dat houdt in dat de analyticus aan alles wat hij hoort een onbevooroordeelde aandacht schenkt en luistert zonder te begrijpen.
In dit onderzoek naar de gelijkzwevende aandacht passen we dit advies toe op het onderwerp zelf. Door niet te begrijpen stellen we snel vast dat het luisteren van de analyticus helemaal geen eenvoudige techniek maar juist een vat vol paradoxen is. Hoe zou je bijvoorbeeld door onaandachtig te zijn voor alles, aandachtig kunnen worden voor iets?
Het verkennen van deze en andere tegenstrijdigheden en het problematiseren van de psychische functies van het luisteren, de waarneming, de aandacht, en het geheugen, geeft diepte aan het onderzoek naar het specifieke luisteren van de analyticus. Het mondt uit in de wetmatigheden die het luisteren dicteren. Via de taal en het subject van het onbewuste dat gestructureerd is zoals een taal loopt het naar het verlangen van de analyticus dat zijn luisteren schraagt.
Als sluitstuk wordt Lacans graphe van verlangen voorgesteld als een voorschrift voor de regels waaraan het ongeregelde luisteren beantwoordt.